Deze pagina gaat over kinderen en jongeren die iemand waarvan ze veel hielden, verloren hebben door de dood.
Het is heel erg naar als je iemand verloren hebt en dat diegene
nooit meer terug komt.
Deze ervaring kan ontzettend heftig zijn.
Het is een proces waarbij je moet leren om te gaan met de nieuwe situatie en je de (verlies)ervaring een
plek probeert te geven.
Voor de een voelt het als een flinke storm, voor de ander kan het voelen als een natuurramp, een orkaan of een aardbeving. Je leven lijkt in te storten. Vanuit de gewone wereld
ben je in het “Land van Rouw” beland en moet je op weg gaan.
Soms is het nodig om stil te staan, een tijdlang ergens te blijven en te rusten. De tocht kan heel vermoeiend zijn en op een ander moment komt
er juist veel energie vrij. Je bepaalt zelf om wel of niet verder te lopen, je kiest zelf de richting. Misschien neem je een zijweg, of een onbekend kronkelig paadje, waardoor de mensen om je heen je niet meer snappen.
Of je neemt juist de hoofdroute die bij de anderen meer bekend is. Soms vind je het fijn als er iemand met je meeloopt om daarna weer liever een tijdje alleen te lopen.
Iedereen heeft zijn eigen rouwlandschap,
de landkaart ziet er bij iedereen anders uit.
Je kunt stilstaan, doorlopen, een zijpad nemen, maar één ding staat vast: je kunt niet terug lopen. Wel kun je je omdraaien en terug kijken naar dat wat
geweest is, naar het pad dat je al gelopen hebt…
Hoe overleef je het vallen en opstaan en de wanhoop die daarbij kan toeslaan? Je durft de uitdaging aan te gaan en krabbelt weer omhoog uit het dal. Het is
een ruige tocht en soms glijd je weer een stuk terug. Soms voelt het alsof je jezelf aan de haren uit het moeras moet trekken en vervolgens weer teruggezogen wordt. Je zoekt naar je wilskracht en komt kwaliteiten van jezelf tegen die je nog niet kende. Je
klimt langzaam maar het blijft een klus.